Vloeibaar goud

door Angka d'Eez

Het stond nog op mijn lijst om het er ooit eens over te hebben.
Maar, nogal delicaat en niet zo alledaags, wat dan weer een reden is om het toch nog maar eens uit te stellen.

En dan ineens is er een aanleiding.
Met een reactie van mijnentwege.

Dus tijd om kleur te bekennen.

Eigenlijk is het begonnen uit noodzaak.
De hoeveelheid compost die ik in voorraad heb, slinkt zienderogen.
In een kleine stadstuin, met een nog kleiner dakterras, is dat compostvat ook niet op 1, 2, 3 aangevuld. Ik geef er bv. de voorkeur aan om de bladeren die van mijn wingerd naar beneden dwarrelen in de herfst, als grondbedekking te laten liggen voor de winter. Alternatief is om die tuin leeg te halen, naakte grond dus, en dat is wat we uit ecologisch standpunt net níet willen.

Dus dan kijken we wat rond.
Op mijn wandeling van mijn werk naar huis, vind ik af en toe een hoopje – zeg maar hoop – van een paard. Dat gaat dan onverwijld in mijn handtas. Ik mag er niet aan denken dat er dan juist controle op de bus naar huis zou zijn. Anderzijds ben ik er na een vermoeden van Tetanus eerder dit jaar, niet meer zo scheutig op, om die paardenuitwerpselen te manipuleren.
Dit voorjaar was het park waar ik nogal eens doorkom, overbevolkt door ganzen. Ook díe beestjes laten wat achter. Dus op een niet druilerige dag wordt er dan een zakje gevuld met ganzenuitwerpselen.
Ik haal op een rustig plekje waar ik veel kan “oogsten” 2 kleine plastic zakjes boven, eentje om te verzamelen, en eentje als handschoen en ik begin die uitvergrote mussenstrontjes op te rapen. Hoor ik achter me een gesnater vanjewelste, dat langzaam maar zeker luider wordt, dus dichterbij komt. Ik kijk op en zie daar een menigte van diverse soorten ganzen en eenden mijn richting uit komen. Eerst begrijp ik het niet zo goed en doe ik rustig verder, zo af en toe eens opkijkend naar die naderende massa. En dan snap ik het : het simpele geritsel van dat plastic zakje betekent voor die ganzen en eenden meestal iets anders, nl. broodrestjes waarmee de parkbezoekers hen voeden. Niet met deze jongen (euh, meisje) dus 🙂 .
Als je dan die ganzen- of paardenuitwerpselen toevoegt aan dat compostvat, dan veroorzaakt dat wel een of andere reactie. Binnen de week is dat vat altijd gehalveerd in volume.
Maar hoe dan ook, het blijft weer die omweg via compost.

Ok, dan maar bij mezelf te rade.

Uitwerpselen ?  Euh….. ik denk het niet !!!
Ik moet me nog eens verdiepen in wat men juist doet met het “compost” van een composttoilet, maar ik meen ergens gelezen te hebben dat het “simply not done” is om met menselijke uitwerpselen te gaan mesten op voedingsmiddelen die voor menselijke consumptie bestemd zijn. Er is me een verhaal bijgebleven over de oorlog, en darmobstructies door wormen bij kinderen.

Urine dan maar ? Google weet antwoord op mijn vragen. Maar Google doet me aan statistieken denken. Afhankelijk van hoe je de verzamelde gegevens gebruikt, kan je eender wat bewijzen.
Hoe dan ook, met dat wat ik op Google te weten kwam en afgaand op mijn intuïtie, gebruik ik dus nu regelmatig urine als meststof voor mijn plantjes.
Voor alle duidelijkheid : verse urine.

Verse urine is dus maximum 36u oud. Ik verzamel dat telkens ik een plasje doe, in een hoge, smalle Tupperware-doos.
IMG_4615
Ik giet dat over in een maatbeker
IMG_4616
en giet zo’n 100 ml in mijn gietertje van ongeveer 1,7 liter, wat ik dan verder aanvul met regenwater.
Als het echt gegoten heeft en de grond van mijn potten is door en door nat, dan gaat het rechtstreeks op de grond, zo ver mogelijk van de wortel, zo dicht mogelijk tegen de rand van de pot, een goede scheut laat ons zeggen. Binnen heb ik die optie niet en daar wordt het dus altijd verdund.

Gaat dat niet ruiken, hoor ik U vragen ?
Neen, de grote Terra’s Tuinkamer heeft geen onaangenaam geurtje.

Urine – misschien moet ik zeggen, mijn urine – heeft geen vieze geur. Ik kom nogal eens in een rusthuis en “het aroma komt je tegemoet” van zodra ik daar binnenstap. Een vies geurtje, waarvan ik veronderstel dat de zorg- en verpleegkundigen het niet meer ruiken. Wat wil je: veel medicijngebruik, grootkeukenvoeding met veel suiker, veel incontinentie en hoewel ik het personeel bewonder voor het werk dat ze verzetten, valt er af en toe eens een hygiënisch steekje.
Mijn urine heeft afhankelijk van wat ik eet een geur van een ietwat flauw groentesoepje (veel groenten gegeten) tot een iets steviger bouillonnetje (vlees, kaas, brood, pasta).
Uiteindelijk drinkt men dat goedje in de Ayurvedische geneeskunde !!!
Ik geef toe, ik ben geen alledaagse eter. Ik

  • heb geen suiker in huis
  • eet maximum éénmaal per week vlees
  • drink maximum één kopje koffie per week
  • drink vrijwel nooit alcohol
  • eet volledig biologisch behoudens een sporadische maaltijd buitenshuis en
  • verplicht mezelf tot minstens één liter kruidenthee per dag.

Medicijnen ? Niets. En toen ik eerder dit jaar aan de antibiotica zat, werd er geen  urine verzameld.

Urine – weerom mijn urine – die lang blijft staan gaat uiteraard ruiken. Uiteindelijk krijg je ammoniak. Ammoniak heeft een eerder scherpe geur. Dat is wat er ook met mijn urine gebeurt : een eerder scherpe, niet aangename geur. Het minste druppeltje “oud” wat er over blijft, zorgt voor dat geurtje. Daarom wordt de verzameldoos en de maatbeker telkens na gebruik afgewassen in een sopje.
Wanneer de urine “oud” is, gebruik ik hem niet meer om aan de plantjes te geven, maar gaat hij op de composthoop, waar hij dan hetzelfde effect bewerkstelligt als de ganzen- en paardenuitwerpselen, een daling in het volume dus.

Het internet stroomt over (no pun intended) met uitleg van ervaringsdeskundigen omtrent wat er allemaal kan of niet kan met urine. Het gebruik ervan wordt bewierookt (again no pun intended), het goedje zelf opgehemeld. Voor mij was het veeleer een aanvoelen naar wat ik er juist mee kon en wou doen.

Het verhaal is zeker niet ten einde en misschien doe ik volgend jaar iets helemaal anders met mijn Liquid Gold. Maar dat ik op een goudmijn zit, is zeker 🙂 !!

Angka d’Eez